Taal


Woorden les 1
Woorden les 5
Bestuderen
Boeiend
De categorie
De catalogus
De collectie
Het eigendom
Compleet
Het exemplaar
Het detail
Exposeren
De expositie
Gaaf
gewild
De galerie
De liefhebberij
De impressie
Het object
Het kenmerk
omvangrijk
Koesteren
Ordenen
De kunstenaar
Modern
De liefhebber
De passie
Origineel
Het pronkstuk
De schoonheid
De rage
tentoonstellen
Samenstellen
De toelichting
Uitstallen
uniek
De verzamelaar
De vitrinekast
De vondst
waardevol
Zeldzaam
eindeloos



JUNGLE!

Woorden les 1
Woorden les 5
afgelegen
de avonturier
communiceren
bevatten
duurzaam
de bloedzuiger
de expeditie
diervriendelijk
de gids
eetbaar
de houtkap
de huidirritatie
de jungle
de expert
de klamboe
inheems
het leefgebied
de insectenbeet
lokaal
de klimplant
het natuurreservaat
de liaan
observeren
het ongedierte
ongerept
ontsmetten
oorverdovend
het paradijs
het opvangcentrum
de survivalgids
het regenwoud
transpireren
spectaculair
vermijden
de tropen
voorkomen
het verblijf
wemelen
verkennen


de wildernis


ZEEBENEN

Woorden les 1
Woorden les 5
Bakboord
De aanvaring
De bemanning
Afgezonderd
De boeg
Contact onderhouden
Aan boord
Aan dek
De horizon
Het internaat
De kade
De kooi
De kajuit
De marine
De koers
In nood zijn
De kombuis
Het noodsignaal
De koers
omkomen
Lossen
Onderbrengen
Machtig
De overtocht
De opvarende
De passagier
De sleepboot
het passagiersschip
Stuurboord
de reddingsactie
De stuurhut
de scheepsramp
De vloot
het schipperskind
Het vrachtschip
tragisch
Aan wal
ve veerboot
Het zeiljacht
vergaan



ONDERGRONDS


Les 1
Les 5
afdalen
het afvalwater
de begane grond
de afvoer
de container
de archeoloog
de dassenburcht
de beerput
de delfstof
de drek
delven
het fossiel
de doorsnede
het gewelf
het edelmetaal
grondig
het gangenstelsel
het hemelwater
het grondwater
lozen
de kruipruimte
muf
de mijn
overlopen
de mijnwerker
overtollig
onderaards
het riool
de ondergrondse
de smurrie
opgraven
het straatniveau
het souterrain
verontreinigd
de steenkool
versteend
de vluchtroute
waterpeil
de schacht
zuiveren





SPORT



Les 1
Les 5
balanceren
aanbevelen
beoefenen
de aanloop
de conditie
actief
de duursport
afraden
fanatiek
de angsthaas
geblesseerd
de blessure
de individuele sport
de hindernis
de pass
incasseren
de prof
de kick
de puck
het lef
schakelen
ontspannen
sensationeel
het parcours
serveren
passief
sportief
de piste
het startblok
recreatief
de stick
roekeloos
tackelen
het tempo
de tactiek
de vrees
de techniek
de waaghals
de timing
inspannen


Spijsvertering



Les 1
Les 5
De aandrang
In balans
De anus
De calorie
De bacterie
Het eetpatroon
De brandstof
Het eiwit
De diarree
gevarieerd
De dikke darm
De koolhydraat
De dunne darm
Leveren
Het enzym
Het onverzadigd vet
De gal
(vet) opslaan
De lever
De pasta
Het maag-darmkanaal
De peulvrucht
Het maagzuur
De vegetariër
De ontlasting
Verbruiken
Het orgaan
Het verzadigd vet
De slokdarm
De vezel
De spijs
De vitamine
De spijvertering
De vleesvervanger
De verstopping
Voedzaam
Verteren
Voldaan
De voedingstof
De zuivel


AMSTERDAM



Les 1
Les 5
de aangifte
de architectuur
de afkomst
authentiek
het appartement
berucht
de bovenwoning
het dialect
de buitenwijk
eeuwenoud
de criminaliteit
exclusief
de cultuur
de gevel
de eengezinswoning
de grachtengordel
de gallerij
hedendaags
de groenvoorziening
historisch
de heling
internationaal
de hoogbouw
joods
de leegstand
levendig
massaal
het monument
multicultureel
nationaal
de nationaliteit
oorspronkelijk
de overlast
reserveren
het portiek
slenteren
preventief
statig
rumoerig
het tarief


Plankenkoorts


Les 1
Les 5
De acteur
Aanraden
De auditie
Afraden
De auteur
Het geluidseffect
De componist
De kritiek
Het decor
Lovend
Dolgelukkig
Negatief
De geluidsman
Noteren
De hoofdrol
De pers
Kleurrijk
Het personage
langdradig
Het plot
Ontroerend
Positief
De ontwerper
De recensie
De ovatie
De recensent
De plankenkoorts
De repetitie
Het podium
De roem
De première
Het scenario
De regisseur
De scéne
De rekwistiet
Het theatergezelschap
repeteren
voorspelbaar
De theatervoorstelling
De waardering



















Herkennen persoonsvorm

Maak er een vraagzin van.
vb. De kinderen lopen op straat.
     Lopen de kinderen op straat?
     Dan is het eerste woord (lopen) de persoonsvorm.

Pas op: soms is de zin al een vraagzin!
vb.  Wie eet mijn boterham met kaas?
       Dan kun je de 2e manier gebruiken. De zin in een andere tijd zetten.
       Wie at mijn boterham met kaas.
       Het woord dat veranderd is, is de persoonsvorm.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Herkennen onderwerp

Eerst zoek je de persoonsvorm.
Dan vraag je daarbij: wie/wat doet dat?

vb. De kinderen lopen op straat.
      Wie lopen?
      De kinderen!
vb. In de klas zitten alle kinderen op hun stoel.
      Wie zitten?
      Alle kinderen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten